Volgens deze lezing heeft "Radioastronomie verschillende voordelen ten opzichte van optische astronomie ... We kunnen afbeeldingen met de hoogste resolutie maken en dingen zien gebeuren op de kleinste schaal."
Waarom is dit? Als het oplossend vermogen, $ r \ propto \ frac {\ lambda} {B} $, zou licht met een kortere golflengte niet moeten resulteren in een kleinere hoekresolutie, d.w.z. een betere resolutie?